Rijtest: Seat Ibiza ST Ecomotive

Beginnen doen we met het uiterlijk van Seat’s nieuwste. De Ibiza heeft altijd al een wat negatief, zeg maar ‘petjes’-imago gehad, maar lijkt dat nu van zich afgeschud te hebben. Landgenoot en voormalig Lamborghini-ontwerper Luc Donckerwolke werd belast met de opdracht (of uitdaging zoals dat dan obligatoir heet) om een nieuwe designtaal te ontwikkelen voor Seat. Geen evidente opdracht daar Seat altijd al geworsteld heeft met een eigen merkidentiteit. Deze Ibiza distantieert zich daar voorlopig voldoende van om nieuw maar toch min of meer herkenbaar te zijn. De fel geprofileerde koetswerklijnen in de flank staan de ST zelfs beter dan de vier- en driedeurs. 

De Ecomotive heeft recht op een dichtgewerkte grille, Dunlop eco-schoeisel, start/stop-technologie, afwijkende achterspoiler, langere verzetsratio’s, schakelindicator, tractiecontrole(!), roetfilter en energierecuperatiesysteem. Alles samen zorgt het voor een CO2 uitstoot van 89 g/km. Dat de auto dus in aanmerking komt voor de overheidspremie van 15% is dan ook evident.

Dat de Ibiza ST er in Ecomotive-trim is gekomen mag nochtans een verrassing wezen. Reden is de Skoda Fabia Combi Greenline die niet alleen een rechtstreekse (interne) concurrent is van de Ibiza, maar ook nog eens motor en versnellingsbak deelt met deze Ibiza. Heeft de ST dan een unique selling proposition? De Seat zal waarschijnlijk een jonger publiek aanspreken dan de Skoda en beschikt nu ook over het chassis van de nieuwe Polo, maar verder valt er weinig te merken van al die ‘auto emoción’ en de ‘sportieve punch’ die veelvuldig in de brochure terugkomen. De Ibiza stuurt niet of nauwelijks anders dan de Polo en ook het interieur laat - met uitzondering van het fijne en kleine sportstuur - geen blijvende indruk na. De tellerpartij lijkt rechtstreeks uit een Alfa te zijn geplukt (tot de typografie aan toe) en de middenconsole is een oase van grijs met monochroom rood. Weinig emoción aan boord dus.

Wat echter het meest stoort is de nukkige vijfbak die elke verzetswissel met tegenzin lijkt te ondergaan. Temeer een probleem omdat je stevig aan de slag moet wil je vaart in de Ecomotive houden. Vreemd trouwens dat de Ecomotive een van de weinige versies is waarop de 7-traps DSG niét beschikbaar is. Het zou de bestuurder een pak schakelzorgen besparen. Het kleine driecilindertje - met laagtechnologische turbo - moet door zijn gebrek aan punch (té) veel toeren maken om vlot te zijn. Het probleem van deze rumoerige kleine zit ‘em in de turbo die onder de 2000 toeren hersendood is. Zozeer zelfs dat een haakse bocht in zijn twee resulteert in een quasi stilstand. Er minimum 2000 toeren op nahouden is de boodschap.

Het meest in zijn sas is het motortje echter bij 3000 toeren en meer, echter strookt dat niet met het groene gedachtengoed van de Ecomotive. Bijgevolg kom je dan ook moeilijk in de buurt van het opgegeven gemiddelde van 3,7 liter per 100 km. Met de beste wil van de wereld en een pak autostrade met cruise control op, kwamen we net onder 5 liter uit. Ver boven het officiële gemiddelde en tegenwoordig ook niet bijster spectaculair. De psychologische grens van 1000 km op een tank is (mede door de tank van 45 liter) praktisch onhaalbaar. 

Jammer want Seat had met de Ecomotive een potentiële topper in huis. Pochen met een lage CO2 uitstoot en (zogenaamd) laag verbruiksgemiddelde is één zaak, ervoor zorgen dat deze in de realiteit ook gehaald kunnen worden een andere. Wie zijn centen bij de Seat-dealer achterlaat denkt dus best nog twee keer na vooraleer zijn krabbel te zetten voor de - op papier - aanlokkelijke Ecomotive. De prijs voor de Ibiza ST Ecomotive is minimum 15.690 euro. Ga je voor de iets luxueuzere Style-uitvoering dan dikt de prijs al aan richting 18.000 euro en dat is aardig veel voor een relatief klein wagentje. Gelukkig is er daar nog die overheidspremie, want daar moet deze Seat Ibiza ST Ecomotive het eigenlijk écht van hebben. 

Tekst & foto's: Pieter Ameye

Met dank aan: Seat België