Het Franse ruimtewonder viert in de komende maand haar 35e verjaardag. In die tijd heeft het model een heel parcours afgelegd.
De Espace zoals we hem vandaag kennen is een hele omslag ten opzichte van zijn voorgangers. Dezer dagen zijn MPV's wat uit de gratie gevallen, maar dat was ooit anders. Maar ook bij de ontwikkeling heeft de Espace een heel parcours afgelegd.
De Renault Espace werd in die gedaante gelanceerd in de zomer van 1984. Daarmee betekende hij een revolutie op de Europese automarkt, want zo'n monovolume kenden ze hier nog niet, tenzij misschien de Fiat Multpla uit de jaren 60. Wereldwijd werd Renault nipt voorafgegaan door de Dodge Caravan, bij ons nadien beter bekend als Chrysler Voyager. Bekijk je het wat ruimer, dan kan je ook de Nissan Prairie uit 1982 tot de pioniers rekenen.
Het verhaal van de Renault Espace begint al in 1974, wanneer designer Fergus Pollock samen met Antonis Volanis een ontwerp voor een ruimtewagen op papier zetten. Dat design kreeg de bijnaam "le dessin orange". Volgaris zou later ook het voorontwerp voor de eerste Citroën Picasso maken. Beide heren waren toen nog werkzaam bij Simca, toendertijd onder de hoede van ... Chrysler. Later kwam ook Matra erbij kijken, toen onder Franse Chrysler-vleugels. In 1978 werden Simca/Talbot en Chrysler UK echter doorverkocht aan PSA, waaronder Peugeot en Citroën huisden. Daar vonden ze het Espace-traject echter te duur, en vanwege die financiële problemen werd ook Simca richting vergeetput geduwd.
Matra was echter nog steeds betrokken partij en zij zagen brood in het ontwerp van een monovolume. Omdat ze er geen Peugeot-logo op kregen, stapten ze naar Renault en daar hadden ze wél oren naar het MPV-project. Matra voorzag de productie in haar kleine Franse fabriek.
Vanwege de roestproblemen bij zowat alle auto's in de jaren 70 ging ook Renault op zoek naar andere oplossingen. Daardoor komt het dat grote delen van de carrosserie uit polyester vervaardigd zijn. Het materiaal was lichter en roestte niet. Het ontwerp was nog op andere manieren revolutionair. Zo bood de Espace al van bij de eerste generatie plaats aan 7 inzittenden, en konden de vijf achterste zetels gewoon verwijderd worden. Ook konden de voorste twee stoelen captain chair-gewijs om hun as draaien, zodat een gezellige zitruimte werd gecreëerd.
Onder de kap van de Espace kwam een tweeliter benzinemotor, later aangevuld door een reeks diesels. Die laatste kregen een afwijkende neus, zodat de intercooler voldoende ruimte en lucht kreeg onder de motorkap. Voor de liefhebbers kwam er ook een Quadra, een vierwielaangedreven Espace.
In 1988 kreeg de Espace een facelift - phase II - en verdwenen de scherpe lijnen en hoeken onder een meer afgerond profiel. Bij de tweede generatie Espace uit 1991 werd dat nummer gewoon nog eens over gedaan, zodat de wagen een rond aanzicht kreeg.
formule 1
Renault wilde zich profileren als sportief merk, waardoor de Espace II in conceptvorm de Biturbo benzinemotor met 270 pk uit de Safrane Baccara BiTurbo onder de kap kreeg. Die versie haalde echter nooit het productiestadium. Ook geen productieversie was er voor de Espace F1, die wel de Espace is die het meest bij blijft en vandaag een conceptuele opvolger kreeg. Hij kreeg 800 pk uit een 3.5 V10 onder de kap. Hoewel, de motor was zo groot dat ze hem middenin de auto inbouwden.
Tegen de derde generatie Espace stond de grote Renault niet meer alleen in het monovolume-gamma. Intussen was er al een Mégane Scénic toegevoegd aan het aanbod, net als de kleine Twingo stadsauto.
grand frère
De Espace bleef uiterlijk futuristisch ogen, ook al vertoonde hij gelijkenissen met de Laguna in de neus. Het aanbod aan Espace werd uitgebreid met een Grand Espace, een versie met zeven zitplaatsen en 27 centimeter extra lengte. De derde generatie Espace was ook de laatste die door Matra gebouwd werd.
Generatie vier verwierf ook bekendheid, al was dat eerder vanwege de elektronische problemen die de modellen in die jaren teisterden. Ook deze versie kreeg een langere variant. De vierde generatie Espace kreeg alweer twee facelifts en bleef van alle Espaces het langst in productie.
crossover
Bij generatie vijf gooide Renault het roer om. In 2015 was dat. De reden daarvoor was de tanende verkoop in het MPV-segment. Meteen ook de reden waarom bovenstaande vierde generatie zo lang in productie bleef. Klanten kiezen steeds vaker voor een crossover, en daarom evolueerde de Espace naar zulk een type auto. Oorspronkelijk gelanceerd met enkel 1.6 motoren, heeft hij tegenwoordig de motoren die ook de Talisman krijgt.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen