In 1992 bracht Subaru een coupé op de markt onder de naam SVX. Hij diende als opvolger van de opvallende maar bij ons vrij onbekende XT coupé.
De SVX enigszins anders dan de rest van het Subaru-gamma op dat moment, wat we kunnen toeschrijven aan Giorgietto Giugiaro, destijds nog aan het werk bij ItalDesign. Subaru besteedde het ontwerp van de futuristisch ogende SVX aan dat Italiaanse designbureau uit met dit als resultaat.
De SVX mocht er dan wel Amerikaans uitzien, technisch was hij volledig verwant aan elke andere Subaru. Hij gebruikte een boxermotor als aandrijving. In deze wagen had de boxer een cilinderinhoud van 3.3 liter. Daaraan kan je zien dat de wagen aspiraties had op de Amerikaanse markt, aangezien zulke grote cilinderinhoud in ons land erg wordt afgestraft. De 3.3 liter had 2 extra cilinders ten opzichte van de topmotor tot dan toe, de 2.0 viercilinder met 200 pk. Die grotere longinhoud zorgt voor slechts een kleine pk-winst, wat het totaal op 230 pk brengt. Mocht Subaru destijds een turbo op de zescilinder geplaatst hebben, was dat cijfer ongetwijfeld hoger geweest.
Tot 2006 was de 3.3 l boxer de motor met de grootste inhoud ooit door Subaru geproduceerd. In dat jaar werd de 3.6 l boxer geïntroduceerd in de B9 Tribeca, een wagen waarover we intussen ook een stukje kunnen schrijven in deze rubriek. De topsnelheid was 235 km/u, terwijl de 0-100 in een respectabele 8 seconden bereikt werd. Best leuke cijfers, maar niet fantastisch en meteen ook een reden waarom deze wagen in onze categorie “vergeten auto’s” is beland. De automaat die standaard bij de wagen geleverd werd, was vlot maar allesbehalve sportief. Zelfs in het Sport-programma kon je amper een verschil in schakelen ervaren. Hierbij moet je wel in het achterhoofd houden dat Subaru gebruik maakte van een automaat met vier verzetten. Dat de wagen comfortabel maar niet sportief aanvoelde, was ook te wijten aan de boxermotor waarbij het vermogen erg gelijkmatig toenam, zodat je het dus weinig gewaar werd. Ook speelt mee dat de wagen toen zoveel woog als een Subaru Outback van de derde generatie (2003-2009).
Terwijl je gemiddelde prestaties waarnam, zag je dat de SVX wel aantrekkelijk is vormgegeven. Begin jaren ’90 waren de meeste Subaru’s nog hoekige dozen zonder enig charisma. Deze SVX brak daar volledig mee en trachtte te verleiden met zijn aantrekkelijke rondingen. Als dat niet volledig lukte, wilde de Subaru-coupé ook nog een aantal extraatjes in de strijd werpen. Zo was er het glazen dak, waardoor hij wat weghad van de cockpit van een straaljager. Dat glazen dak werd doorgetrokken over de A-stijl, wat tot gevolg had dat je eigenlijk een stuk van je venster kwijtspeelde. De (overigens elektrische) zijruit ging slechts gedeeltelijk open, waarbij je dus maar een kleine opening verkreeg. Dit soort ruiten kreeg je vaker te zien bij exoten als de Lamborghini Countach.
Eens je plaatsnam achter het stuur, zag je waarom dit de topcoupé uit het gamma was. Het stuur was zowel in de hoogte als de lengte verstelbaar en had een geheugenfunctie, waarbij het omhoogschoof zodat de bestuurder makkelijk kon in- of uitstappen, waarnaa het terug naar de originele positie ging. Tegenwoordig is dat een snufje dat we in wel meer wagens terugvinden, destijds was het een verkoopsargument voor dat soort auto. Ook de zetels waren veeleer op comfort gericht, waardoor de steun wat minder was dan verwacht en je eerder in een dikke fauteuil leek te zitten. Sturen deed de Subaru toen al als de beste, niet in het minst door de AWD-aandrijving waarop Subaru haar hele reputatie heeft gebouwd.
De goed uitgeruste SVX had ook een stevige prijs. In de VS ging hij voor 25.000 tot 36.000 buiten bij de dealer, in Nederland kostte hij een goeie 50.000 euro. Dat plus het feit dat hij in een minder economisch klimaat was gecommercialiseerd, zorgde ervoor dat de SVX slechts de helft van de beoogde verkoopsaantallen haalde. Wereldwij werden 25.000 exemplaren aan de man gebracht tussen 1992 en 1997. Om de verkoop wat aan te zwengelen werd in 1994 ook een voorwielaangedreven versie aangeboden, waarbij de kosten gedrukt konden worden.
De motor van de Subaru vond later zijn weg in heel wat andere toepassingen. Zo bleek de vlakke opstelling ervan uitermate geschikt voor gebruik in de T3-busjes van Volkswagen. Ook voor kleine vliegtuigjes was deze motor geschikt als aandrijving. De SVX zelf haalde ook enkele keren de nieuwsberichten. Zo won de wagen de avontuurlijke Alcan Rally in 1991 (vanuit Seattle naar de Poolcirkel en weer terug) en werd hij ingezet als Pace Car voor de Indy Car World Series. Daarvoor werdeen SVX in een opvallende paarse kleur gespoten en kreeg ook het interieur een extreem paarse inslag.
Een tweedehands Subaru SVX vind je tegenwoordig vanaf een goeie 3.000 euro, al liggen de meeste vraagprijzen wel eerder tegen de 8.000 euro aan. Mocht je zulk een wagen zoeken, zal je al snel naar het buitenland moeten gaan kijken aangezien de Belgische markt eerder klein is voor dit soort wagens.
Reactie toevoegen
Je moet ingelogd zijn om reactie te plaatsen.
Inloggen